Happy New Month! We zitten alweer in de tweede maand van 2018! Januari is op het project omgevlogen. Na een korte kerstvakantie zijn we weer volop aan de slag gegaan. Met onder andere de renovatie van het Drop- in Centre, verschillende workshops gehad en nieuwe staf aangenomen. In het trainingscentrum is iedereen weer terug van vakantie en gaan de meisjes binnenkort op stage. Verder is het de tijd van rapportages zoals het jaarverslag, eindrapportages van projecten, etc.
Terugblik 2017 – Omdat jullie een tijdje niets van mij gehoord hebben over de gebeurtenissen op het project in de laatste maanden van 2017, geef ik hier een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen.
Een van de activiteiten is de setting up van de afgestudeerden en follow- up: In september en december zijn we met een aantal stafleden en een volgepakte bus naar het noorden (Tamale en omgeving), en Ashanti regio gegaan om de afgestudeerde dames van het VTC een ‘Goede Start’ te geven door hen in hun eigen shops met hun materialen op te zetten. Een hele bijzonder ervaring om zo voor de eerste keer mee te maken. Van uren rijden op wegen waar je bijna geen mensen tegenkomt, geen auto’s maar motorbikes, tot kleine dorpjes waar de meeste mensen leven van de landbouw. Je ziet ook met eigen ogen waar de meisjes vandaan komen en begrijpt ook wat hen naar de stad drijft.
Deze trip heeft mij meer inzicht gegeven in de cultuur waarin deze meisjes leven en hoe sterk deze hun leven bepaalt. Het is niet gemakkelijk om daar onderuit te komen, zeker als meisje zijnde. Om maar eens een voorbeeld te geven; op een bepaalde leeftijd worden de meisjes naar hun tantes gestuurd om daar alles te leren wat een ‘goede huisvrouw’ nodig heeft. Deze tantes beloven hen naar school te sturen, maar daar komt vaak niets van terecht. Ze sturen de meisjes naar Kumasi om daar geld te verdienen of de meisjes lopen zelf weg en in de stad worden zij uiteindelijk misbruikt en doen zij werk wat helemaal niet geschikt voor hen is. Het geld dat zij verdienen sturen zij dan naar hun tantes in het noorden. Ben je eenmaal aan je tante gegeven dan zijn zij en haar man nu je ouders en nemen de beslissingen over jou. Ga je terug naar je (biologische) ouders dan wordt dit als een schande gezien.
Een andere reden die kinderen naar de stad drijft is armoede. Zoals ik al beschreef leven ze in het noorden voornamelijk van de landbouw en het gebied daar is veel droger dan rondom Kumasi. Als de oogst niet goed is, hoe kan je dan als familie overleven? Verder zijn er nog vele andere redenen voor de kinderen om naar de stad te komen.
Wat de reis verder zo bijzonder maakte is om te zien hoe alle meisjes zich goed voorbereid hadden op onze komst en echt klaar waren om zelf hun eigen shop te openen. Bij hun afstuderen gingen ze weg met de boodschap dat ze 3 maanden ergens moesten werken om extra ervaring op te doen. Bij onze komst had iedereen een eigen shop, 3 maanden ergens gewerkt, waren sommigen al begonnen met werken en hadden een aantal ook al leerlingen in dienst. Een ander bijzonder aspect was de betrokkenheid van de community. Bij iedereen wilden we dat de familie en de leden uit het dorp aanwezig waren, om hen te wijzen op hun betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor de zorg van deze meisjes en te zorgen dat ze hun werk serieus nemen. De afgestudeerden en de community gaven we de boodschap mee dat het nu hun taak is om de andere meisjes uit het dorp op te leiden, zodat zij niet in dezelfde situatie op straat terecht komen, waar ze een hard leven zullen leiden.
Nu zijn de meeste van ‘onze’ dames al een aantal maanden aan het werk en het gaat goed met ze. We hebben drie meisjes in de stad (Tamale en Kumasi) en de rest is terug naar hun geboortedorpen om daar te werken. In december is een collega voor een tweede follow-up naar het noorden gegaan om hen op te zoeken en zijn ervaring was dat ze allemaal omkomen in het werk, soms in hun shops slapen om het werk af te maken, of tot s avonds laat doorwerken. Ze hebben dus allemaal een Goede Start weten te maken en kunnen nu hun toekomst op gaan bouwen!
Verder hebben we verschillende vrijwilligers op het project gehad, waaronder 10 Spaanse vrijwilligers voor een maand. Ook hadden we een fotoshoot op het project, een bijeenkomst met alle kinderen die steun/ studiefinanciering ontvangen, we hebben een meisje in het ziekenhuis ondersteund, en hebben we kerstfeest gevierd met de meisjes in het VTC en jongeren die ondersteund worden door SCP. Tot slot, zijn we de bouw gestart van de nieuwe buitenkeuken bij het trainingscentrum, zijn vele jongeren afgestudeerd en hebben we een aantal nieuwe kinderen op kunnen nemen in het programma.
Zo vol als januari was met allerlei activiteiten zal het de komende maanden ook nog wel zijn. Het is wel druk met activiteiten, maar er komen nog niet heel veel jongeren naar het Drop- in Centre. Het is net vakantie weggeweest, dus de veldwerkers gaan weer de straat op om de kinderen te vertellen dat we weer open zijn. In februari komen een aantal studenten van de lokale universiteit stagelopen bij ons project en hebben we voor 2 dagen een groep van 20 Nederlandse vrijwilligers op bezoek. Verder zijn er de rapportages/ fondsenwerven, de wekelijkse meetings, workshops en zijn we druk bezig met de voorbereidingen voor de Internationale dag voor straatkinderen.
En natuurlijk geven we aandacht aan de kinderen die het zo hard nodig hebben, zoals een driejarig meisje wiens moeder (Kayayei) zwanger is van haar derde kindje en ook nog een baby in haar armen heeft. Ze zet haar peuter ergens af en gaat dan aan het werk. Van omstanders horen we dat ze dat elke dag doet en vaak haar kind niet op komt halen. Door onze interventie is het meisje nu van de straat en woont ze in het VTC bij de medewerkers en de andere meisjes, tot haar moeder er klaar voor is om voor haar te zorgen. Het meisje gaat nu mee naar de dagopvang, waar ze kan leren. Naast dat ze nu een toekomst heeft, heeft ze ook haar jeugd terug. Een andere interventie die we op het project ondernomen hebben was dat twee collega’s tijdens de follow- up op een school in gesprek raakten met een leerkracht die hen wees op een leerlinge die zij in haar klas heeft. Dit is een 15-jarig meisje dat op haar 13e zwanger raakte, maar tijdens haar zwangerschap zo gemotiveerd was dat ze naar school bleef komen. Na de geboorte bleef ze naar school komen en nam ze zelfs de baby mee naar de lessen. Door de financiele situatie van haar familie dreigde ze alsnog met onderwijs te moeten stoppen, maar nu heeft SCP de kosten voor haar educatie op zich genomen en kan zij zonder zorgen naar school.
Dit soort situaties en mijn persoonlijke dagelijkse ervaringen met deze jongeren, maken dat ik mij elke keer weer besef waarom dit werk wat we doen zo belangrijk is. Van sommige bezoekers krijgen we weleens de vraag of het werk dat we doen wel verschil maakt en of de jongeren uiteindelijk toch niet weer op de straat belanden. Mijn antwoord hierop is, ‘Ja. Absoluut. Met dit werk maken we een wereld van verschil in de levens van kinderen en jongeren die het zo enorm verdienen!’